donderdag 4 augustus 2011

Hij zal ons voeden en sterken in al onze noden en pijnen

Hij zal ons voeden en sterken in al onze noden en pijnen
Epistel: Jesaja 55, 11-3. Een korte passage uit het boek Jesaja. De profeet, die aanwezig was tijdens de ballingschap van het joodse volk in Babylon. De nood was hoog, het volk was radeloos en de band met God was verslapt of niet meer aanwezig. En dan sluit deze passage uit de profetie van Jesaja af met de woorden:” Neigt uw oor en komt naar Mij en luistert en gij zult leven.” Duidelijk een oproep tot bekering. Een oproep om het vizier en het vertrouwen weer op God te richten. Het staat er in voor iedereen verstaanbare woorden:” Komt naar het water, gij allen die dorst lijdt! Ook gij die geen geld hebt, kom toch.” Men zou kunnen zeggen duidelijker kan het toch niet gezegd worden. De mensen waren in vertwijfeling en nood, keert u dan tot God, de enige die de situatie doorziet en de nood kan lenigen,om niet. Ook in onze tijd kan het gebeuren, dat mensen in al hun welvaart het niet meer zien zitten. Men komt dan soms tot de meest bizarre oplossingen, de kranten staan er vol van. Maar ook nu nog geldt:” Komt naar het water, gij allen die dorst lijdt.” Keert u tot God. Hij kent onze noden en is de Oplossing! Evangelie: MatteĆ¼s 14, 13-21. De leerlingen moeten met vertwijfeling gezegd hebben:” Wij hebben hier niet meer dan vijf broden en twee vissen.” Wat moet je daar nu mee beginnen vijfduizend mannen en dan nog de vrouwen en de kinderen, dat was onbegonnen werk. Maar Jezus zegt heel eenvoudig:” Brengt die dan hier.” Alsof Hij wil zeggen zeur toch niet, Ik ben er toch, vertrouw maar op Mij. De apostelen waren nog niet zo ver. Zij hadden Jezus veel mooie tekenen zien geven, zij begrepen, dat ook niet altijd, maar zoveel mensen en eten geven met zo weinig, dat ging te ver. Maar Jezus zegt, dat de mensen moeten gaan zitten. Jezus sloeg zijn ogen ten hemel zegent de broden en de vissen, breekt het brood en laat de apostelen de spijzen uitdelen en dan staat er:” Allen aten tot ze verzadigd waren.” En dat niet alleen er bleven nog vele brokken over, twaalf korven vol. God is een God van overvloed. Jezus breekt het brood en laat het door zijn apostelen uitdelen. Het is een voorafbeelding van de Eucharistie waarin Jezus zichzelf geeft onder de gedaante van brood, uitgedeeld door de opvolgers van de apostelen. Jezus is daarin in overvloed aanwezig. Wij moeten tot Hem willen naderen en Hij zal ons voeden en sterken in al onze noden en pijnen . T

Geen opmerkingen:

Een reactie posten