vrijdag 2 december 2011

We zijn toch wakker, klaarwakker, we zijn er al vroeg bij, vergeleken met de meeste landgenoten, die de zondag graag gebruiken om uit te slapen. Maar je kunt ook 'slaperig', onoplettend, zijn doordat je té wakker bent, té gretig leeft, té haastig, té druk, uitgestort in dingen en mensen, of te angstig. Zo angstig en bezorgd dat je voorbij leeft aan waarvoor Jezus ons tot waakzaamheid oproept. Het is de waakzaamheid van de dienaren die wachten op de terugkomst van hun heer, die in het buitenland vertoeft. Of, zoals elders staat: die de bruid is gaan halen (Mt 25,1-13) en elk ogenblik met zijn bruid het huis kan binnenkomen. Dat huis is het huis van de schepping, waarvan God de Vader, Jezus de Heer is. En de tijd van zijn afwezigheid is de tijd tussen de eerste en de tweede komst van Christus. Deze tijd heeft in het gelovige bewustzijn iets van een nacht, want Christus is het licht, het licht van de wereld. De goddelijke heerlijkheid van Christus als het licht van de wereld, is niet zichtbaar voor de wereld die niet gelooft. De wereld is in haar zelfgenoegzaamheid verhard. Ze heeft genoeg aan haar eigen licht, schijnlicht, dwaallicht, hoogmoedig licht. De geschiedenis wordt hier voorgesteld als één enkele nacht, in verhouding tot de duur van de eeuwige tijd, de eeuwigheid, die erop volgt, de dag zonder avond. Deze eeuwigheid wordt ook wel voorgesteld als maar één enkele dag, die wel een begin maar geen einde heeft. "Die stad heeft het licht van zon en maan niet nodig, want de luister van God verlicht haar en haar lamp is het Lam … Er zal geen nacht meer zijn en zij behoeven geen licht meer van lamp of zon, want God zal over hen lichten” (Apk 21,21; 22,5). Nu wordt van die dag die nooit meer zal eindigen, gezegd dat die aangebroken is. “Ge kent de tijd waarin wij leven, ge weet dat het uur om uit de slaap te ontwaken is aangebroken … De nacht loopt ten einde, de dag breekt aan." (Rom 13,11-12). Zo nabij, een voorzegging van het nabije wereldeinde? Het is goed te weten dat dit tweeduizend jaar geleden geschreven is. Als wij denken dat het einde werkelijk nabij is, dan hebben we het misschien net zo mis als Paulus, die dacht dat het einde werkelijk nabij was. Treutel